Soms droom ik over de zachte ruis
die het zand maakt als ik met een blote voet een nieuwe stap zet op het strand
Waar, als ik opkijk, de glinsterende weerspiegeling van het ochtendlicht danst over de jonge golven die vrolijk tuimelend spelen over de wijze diepte van de zee.
Als ik me omdraai, kijk ik in de ondeugende ogen van een pasgeboren vogel die mij met een uitdagende twinkeling in zich opneemt, om plots op te vliegen richting de duinen.
Ik ren achter haar aan met een suizende wind die het doet onweren in mijn oren en mijn haren alle kanten op laat zwieren, totdat ik het gewicht van mijn lijf achter me laat
en als een pas geblazen bellenblaas bel een laatste blik werp op de afdruk van de blote voet van mijn lijf dat nu als afgedane mantel levenloos in het zand rust.